woensdag 20 juli 2011

Can I get a taste of lofticries and trembling thighs

Dit nummer staat al zo'n twee maanden bij mij op replay. Ik krijg er niet genoeg van. Zo heeeerlijk. Hun andere uitgebrachte nummer, Ungirthed, is ook ongeloofelijk goed. Purity Ring is een nieuw project van Gobble Gobble lid Corin Roddick, samen met een vriendin van hem, Megan. Ik hoorde dit nummer voor het eerst op het immer aangename radioprogramma Select op Studio Brussel met de zoetgevooisde (niet ironisch) stem van Kirsten Lemaire. Ook het volgende plaatje ken ik via Select (en ook dit nummer heb ik al grijsgedraaid (wel... euh, ik heb al veel op de play-knop gedrukt)):
Jupjup, u ziet het goed! Nina Sky, de deernes die ons al een hele poos geleden wekenlang terroriseerden met Move your Body. Maar nu hebben ze de juiste weg ingeslagen en hebben ze zich wat verhipstert (kunnen we dit ook al als werkwoord gebruiken? Ja toch hé?) en vercoolt. Ze worden hier vergezeld door Creep. Creep is een tweekoppige band bestaande uit de New Yorkers Lauren Flax en Lauren Dillard. De muziek die ze maken, wordt wel eens onder de noemer van witch of haunted house geplaatst. Noem het zoals je wilt, heks of spook, het kan me niet schelen. Dit nummer is gewoon verslavend.
Enjoy!
xx

woensdag 6 juli 2011

GIMME!

Eén ding is zeker: Beveren wint den beker

In dit eerste (nu ja, tweede) blogbericht wil ik wat meer over mezelf vertellen. Ik heet Sarah en ik ben van Beveren. BAM! Hiermee is alles ineens gezegd. Beveren. Hoewel sommigen bij het horen van Beveren zich afvragen wat Beveren is, doet het bij anderen (het merendeel) al snel een belletje rinkelen. Ik ben vanaf het vierde leerjaar in Antwerpen naar school geweest en toen ik mezelf voorstelde en vermeldde dat ik van Beveren was, kreeg ik onmiddellijk de volgende reactie: “Beveren? Toch nie vanovertwauter!”. Zo, de toon was gezet. Mijn eerste dag in Antwerpen en ik werd onmiddellijk in een hokje geplaatst. Een hokje aan de andere kant van de Schelde, de foute kant volgens de meeste Antwerpenaren. Maar niet alleen in Antwerpen horen ze Beverenaars van ver komen. Mijn eerste jaar Taal-en Letterkunde heb ik in Gent gedaan. Ik zat op kot en na de eerste schooldag ging ik ’s avonds de Overpoort eens verkennen. Ik was nog maar net met mijn kont aan het schudden toen een West-Vlaming me aansprak. “Vo wau zeje?” “Van Beveren!” “Beveren?” “Ja, Beveren.” “Aaaah, van Roesjelauje (lees: Roeselare)!”.  Toen daagde me het: er is nog een Beveren, aan een andere rivier: de Leie. Je leest het dus, overal waar ik kom, wordt ik geïdentificeerd aan de hand van mijn dorp: Beveren (voor de volledigheid: Beveren-Waas, maar wie Beveren kent, laat de Waas vallen). Na mijn eerste jaar in Gent ben ik opnieuw naar Antwerpen verkast en heb ik daar mijn studie verder gezet. Ik zat dus opnieuw in het hol van de leeuw. Omdat ik de Antwerpse sloebers ondertussen wel ken, ben ik het zo gewoon om op de ‘vanovertwautermopjes’ te anticiperen en er in mee te gaan. Het gaat zelfs zo ver dat het een aanvaard excuus is geworden. “Ga je mee naar dat feestje?” “Beveren.” “Aaaah.” Gelukkig heb ik ondertussen een rijbewijs en kan geen enkele rivier me meer tegenhouden om de grote stap naar Antwerpen te maken. Al die jaren in Antwerpen hadden er misschien voor kunnen zorgen dat ik een afkeer zou krijgen van het dorpsleven. Dat ik me meer en meer Antwerpenaar zou gaan voelen en liever in ’t Stad zou vertoeven. Niets is minder waar. Ik heb niet moeten kiezen, ik heb gewoon twee hometowns. Ik hou van Beveren én van Antwerpen. Ik zoek in Antwerpen wat Beveren niet heeft en ik vind in Beveren wat Antwerpen mist. Zo simpel is het. En ja, mogelijks maak ik één van de volgende jaren toch definitief de oversteek en ga ik vuilzakken van de Stad Antwerpen moeten kopen. Maar zelfs dan blijft mijn hart tikken, wat zeg ik, bonzen voor Beveren. Waarom? Ach, we hebben het hier goed, hoor! We hebben bakkers die je bij naam kennen (“Bedankt hé Sarah, jau, bedankt hé, jau!”), fitnesscentra waar een maandabonnement 35 euro kost, parken met een zeer beperkt aantal exhibitionistische griezels en hangjongeren en rustige straten vanaf 23u ’s avonds. Soms moet ik wel eens gniffelen als ik weer eens een Antwerpenaar zijn zegje hoor doen over “achterlijke dorpen zoals Beveren”. Die Antwerpenaar in kwestie woont meestal in de Brederodestraat of in de hippe Zurenborgwijk (en rijdt met een bakfiets, ja, ik weet het, ik heb het wat gehad met de bakfietsreferenties) en is recent weggetrokken uit het centrum van Antwerpen. “Ja, dat was hij/zij toch wat beu”. “En, hoe gaat het daar dan in je nieuwe woonomgeving?” “Goed, ja, heel goed, het is hier rustig, hier is geen haat (wijst naar dat idiote plakkaatje) en we hebben zelfs wijkfeesten!”. Tiens, dat doet me anders wel heel hard denken aan een dorp. In Beveren is het ook rustig, “de haat” (De haat tegenover wat? Vremden? Geweld? Vogels die te luid fluiten?) is hier beperkt en wij hebben veel wijkfeesten. Ach, ik laat ze maar lullen en ik spring op mijn fiets (ZONDER bak) voor een patéeke bij de bakker die mijn naam kent. Eén ding is dan ook zeker: Beveren wint altijd den beker.

dinsdag 5 juli 2011

Hi there, nice to meet you!

Well, hello! How nice of you to stop by! Even voorstellen: The Purring Pooch (I have a thing for cats and dogs, obviously...) gaat  een allround blog worden. Ik wil schrijven over wat me interesseert, intrigeert en frappeert. Dus over de dingen waar ik me zoal mee bezig houd. That is: mode, foooood (and lots of it), muziek, films, reizen, literatuur, gekke wetenschappelijke dingen die ik niet begrijp, fotografie en zoveel meer! Hope I'll see you around! xx